Westbroek
Journalistieke Producties

D-day

Zaterdag 12 april 2008, ‘s middags. Met de auto rijden we de route. Zo weten we wat ons morgen te wachten staat. 10 kilometer over Coolsingel, Blaak, Mariniersweg, Warande (oei, saai en saai maakt moe…), Gerdesiaweg (nog saaier en bovendien ook nog eindeloos lang… stukje Crooswijk, stukje Kralingse Bos (ah natuur…). In het echt heb ik deze route nooit gelopen. Zou het lukken, morgen? Of komt de Man met de Hamer mij ophalen met de Bezemwagen?

Hoe kom ik in vredesnaam in slaap? Nog maar even lezen? Beter van niet… Gewoon blijven liggen en niet aan die 10 kilometer denken. Zou hond Moos het leuk hebben bij zoon Daan? Vanmiddag nog uitgeweest in het Kralingse Bos. Daar kom ik morgen… Stop. We gaan gauw verhuizen naar onze goeie ouwe buurt. Fijn! Zouden de straten daar geschikt zijn voor een wedstrijdparcours? Stop. Toch nog wat lezen in de HBS-tijd van Joop ter Heul, die ik maar weer eens heb opgegraven als slaapboek? Joop is sportief, ze tennist. Zou zij 10 km uit kunnen lopen? Mijn God, wat een one-track-mind… Dan maar aan niks denken!

Zondag 13 april 2008, ‘morgens vroeg. Vliegtuigjes zoemen boven onze hoofden. Vooral voor de Marathon, maar ook voor ons! Uitslapen is er niet bij. Aan de ochtendpap, die 2,5 uur moet zakken.

Bizar vroeg op pad, maar dan komen we in ieder geval niet te laat. In de metro tussen een groepje joviaal grappende, doorgefourneerde (vermoedelijk Marathon)lopers, al helemaal in het pak gehesen. Er is ook een blinde jongen met een blinden-geleide-Labrador. Lief!

De kleedkamer in de parkeergarage van het Technicongebouw wordt bewaakt door soldaten. Geruststellend voor je bezittingen. Nog een uur te gaan. Zit het startnummer wel goed vast? Hangt die ene veiligheidsspeld er niet een beetje raar bij? Veiligheidsspeld erin, veiligheidsspeld eruit. Deelnemende collega’s van Echtgenoot laten druivensuikertjes rondgaan. Wel of niet eentje nemen? Maar niet, heb zelf ook. Hé, daar eet iemand een stukje banaan. Ook doen, of ga je daar straks vertragend van boeren? Nog een keer naar de WC, voor alle zekerheid? Nog een slokje water, of moet ik dan alwéér naar de WC? Zit die chip wel goed, of op half 7? Even opnieuw strikken. Nee hè, nu zit alles nog ongelukkiger. Chip zit goed, maar dat koordje in de broek, zou dat niet naar binnen kunnen schieten? Nog maar een dubbele knoop maken. Nee, nu zit het niet meer lekker…Toch maar weer losmaken, die knoop. BlackBerry meenemen of in de kleedkamer laten? Die soldaten zorgen wel dat hij niet gejat wordt. Nee, toch maar mee, je weet maar nooit of je geen noodsignalen moet uitzenden…Nog 3 kwartier…

12.45. Geen weg terug. In een lange rij naar de start. Lacherig wachten, met Echtgenoot en collega’s. Een flesje Ikea-water gaat van hand tot hand. Op de valreep nog een laatste slok. Echtgenoot en ik zoenen elkaar succes. Dan worden we weggeschoten. De Coolsingel af, de Blaak op. Druk, als op een winkelmiddag, met vergelijkbare snelheid. Nou, zo word ik in ieder geval niet gauw moe! We naderen de Mariniersweg, de loopruimte wordt groter. Ik word ingehaald, natuurlijk, maar ik haal warempel zelf ook in! Op de Mariniersweg word ik enthousiast begroet door Oude Vriend. Wat leuk! Monter zet ik er de sokken in, richting Crooswijk. In de Crooswijksestraat word ik ingehaald door blinde jongen met hond uit metro. Kranig, zoals dat schattige beest naast zijn baas draaft. Eigenlijk moet die straks ook een medaille. Het dier heeft natuurlijk ook hard getraind. Een bottleneck aan het eind van de Crooswijksestraat. Gedwongen kruipstukje, dan het bos in.’Zij lopen zacht!’ Langs de kant stoot een klein jongetje gedesillusioneerd zijn moeder aan. Hij wijst op een paar meiden, die nu al lopen te wandelen. Ze zijn aan de mollige kant, maar hun shirts prijzen het slankheidsmiddel Herbalife aan. ‘Meester, kunt u niet wat langzamer?’ steunt een eindje verderop een schoolknaap, die kennelijk in klasverband meedoet. Straten lopen leuker dan natuurgebieden, ontdek ik tot mijn schande. Kwestie van variatie. En regen stimuleert mij meer dan zonneschijn, ook tot mijn schande. Ik verfoei de Koperen Ploert, die zijn stralen genadeloos over mij uitstort. Waar blijft die waterpost? En waar blijven Zoon, Dochter, Schoonzoon en Hond? Ze zouden toch daar bij dat hoekie staan? Gemist? Of toch een Gruwelijk Ongeluk? Ik krijg het acuut in de benen.

Gelukkig, we lopen weer over de Crooswijksestraat. Hoempaorkestjes geven vleugels. Ik ruik triomf, ik ga de bezemwagen niet tegenkomen!

De Gerdesiaweg! Hé, te gek, daar is Schrijfclubvriend! En daar, verderop, staat Schoonzus foto’s te maken. Even later: een groepje collega’s van Echtgenoot moedigt mij luidkeels aan. En wederom Schrijfclubvriend, die mij op de fiets een stukje is gevolgd. Super, al die belangstelling, klasse van die gasten! Achteraf blijk ik ook nog Schrijfclubvriendin te hebben gemist, ter hoogte van de finish. Sorry, sorry, sorry! Kennelijk al te monomaan bezig met dat ene, die finish dus… Want nu gaat het ervan komen. Scheuren, die laatste paar metertjes! Voor mijn doen, dan… Nog een heel klein stukkie…Wat heb ik dat vaak moeten horen, onderweg. Nu is het echt waar! Het schoolreisliedje van vroeger: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10, zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, alweer een millimeter! Toepasselijk bij bevallingen, weet ik. Maar ook bij een loop als deze. Het lijkt er wel wat op. En dan, plotseling, is het gebeurd. Door de poort, over de matten. Ik sta stil. Een gevoel in mijn hoofd alsof ik uit een snelle lift stap. 1.09 en nog wat. Niet gek voor zo’n beginnende slak als ik. Geen mannen met hamers in bezemwagens, maar een vetleren medaille om de nek. En alle dierbaren leven nog, en juichen ons toe. Zo hoort het. Op naar de volgende loop!

Laat een reactie achter.

Inloggen is niet nodig. Klik in het tekstveld en kies een naam om als gast te reageren.
blog comments powered by Disqus