Westbroek
Journalistieke Producties

Lieve, waardige oude heer

Hij was een deel van ons leven. Veel hebben wij samen meegemaakt. Onze onvermoeibare reisgezel, die ons naar verre fraaie vakantieoorden en naar duffe werkdoelen bracht. Een statige auberginekleurige BWM 518, waarmee zelfs ik respect op de weg afdwong,ondanks mijn ultravoorzichtige rijstijl.

Onze kinderen maakte als eersten van het gezin kennis met de robuuste makker. Mijn vader kocht hem in 1992, hij was toen een jaar oud. Logeerpartijen bij oma en opa gingen gepaard met ritten naar Duinrell, dierentuinen en musea in de regio. Toen mijn Vader eind vorige eeuw overleed, kochten wij de BMW van Moeder. Zij was ongeneeslijk ziek en kon nooit meer rijden.

Ingrijpende gebeurtenissen, de BMW begeleidde ons.

Naar mijn ouderlijk huis, dat leeg moest na de dood van mijn moeder.

Vanuit het verre Boheemse Woud naar Echtgenoot’s ouderlijk huis. Zijn moeder overleed tijdens onze vakantie. Samen met de andere kleinzonen droeg Zoon haar naar haar laatste rustplaats.

De helse ritten in zinderend hete files van Tsjechie naar Nederland en weer terug, vergeten wij niet licht. Liedjes op de autoradio die zich als een oorwurm in het brein nestelden Mambo number 5 van Louis Bega kwam een keer of 10 voorbij. Echtgenoot en ik kregen ruzie, omdat ik verklaarde het wel een aardig liedje te vinden en hij mij gebrek aan muzikaal gevoel verweet. En die trouwe BMW karde maar voort.

Hij bracht Echtgenoot wekelijks naar zijn vader in Arnhem, die kort na de dood van zijn vrouw verlamd raakte na een beroerte en zijn laatste levensjaar in een verpleeghuis moest slijten.

Hij reed ons naar Amsterdam, waar Dochter haar afstudeerscriptie over de beeldvorming rond Kaat Mossel moest verdedigen. Ik zie haar nog sidderen toen wij de poort van het wegrestaurant nabij Schiphol passeerden, zo zeer vreesde zijhaar bul niet te zullen krijgen, omdat de scriptiebegeleiders zich zouden bedenken.

Hij bracht ons van ons huurhuisje in West naar onze ruime koopwoningin de Kop van Zuid. Zeven jaar later bracht hij ons terug naar een nieuw huis in Middelland, daar waar toch ons hart ligt. Hij bracht ons weer thuis.

Met de BMW bevrijdden wij op 5 mei 2001 Moos uit het asiel en stopten onderweg voor een eerste wandeling. Opgewonden zigzagde de wildharige flaphond over straat. Bij ieder huis wilde hij naar binnen. Moos genoot van rijden op de alras met hondenharen beklede achterbank. Op vakantieritten naar bosrijke Duitse contreien lag hij heerlijk te dromen of snoof hij in trance, met geheven snuit de koude luchtstroom uit het geopende raampje op. De auto stond voor pret maken, draven door de velden met een tennisbal in de bek. Moos sprong altijd gretig naar binnen.Behalve de periode na een ingrijpende gebitsoperatie. Toen was hij enkele weken met geen stokken de auto in te krijgen.

Ook opvolgster Lola springt vrolijk achterin, maar was in het begin onrustig op de snelweg. Mogelijk had dit te maken met haar verleden als Spaans adoptiehondje, dat in haar eerste levensjaren vaak van baasje verwisselde. ‘Word ik nu alweer gedumpt?’leek zij te denken als de auto de stadsgrenzen passeerde.

Onverwoestbaar leek de BMW. De motor liet ons vrijwel nooit in de steek. Tegenslagen deden zich voornamelijk voor met elektronica (het alarm was altijd een zwak punt, Vader reedooit machteloos, met een gierende wagen over de Coolsingel), deursluitingen (regelmatig hield ik de deurknop van het bijrijdersportier in mijn hand) en de binnenspiegel, die regelmatig naar beneden zeilde. In de stromende regen reed ik over een duistere Laan op Zuid, terwijl Zoon de spiegel voor mij ophield en af en toe de voorruit veegde, want ventilatieproblemen behoorden eveneens tot de ouderdomskwalen van onze toegewijde vriend.

Talloze spullen heeft de BMW versleept, in de vijftien jaar dat hij bij ons was. Spullen die verhuisd moesten worden, spullen om mee te klussen en mee te poetsen. Bijvoorbeeld voor Zoon, toen hij naar een nieuw appartement verhuisde en hij zijn oude huis schoon moest opleveren. Ik hielp hem een handje, daarna propten wij boeken, dvd’s, glaswerk, eet- en kookgerei en andere dingen die de verhuisbus hadden gemist achterin en daar ging het, naar Zoon’s nieuwe bestemming en levensfase.

Eigenlijk wilden wij nooit afscheid van hem nemen. Een sloopvergoeding van € 1000,- omdat hij binnenkort als oude milieuvervuiler de binnenstad niet meer in zou mogen? Dacht het niet! Soms vonden wij briefjes tussen de ruitenwissers van geïnteresseerde aspirant kopers. Geen haar op ons hoofd… In garages waar wij de APK lieten doen, liep het personeel uit om de oldtimer te bewonderen. Of we hem misschien… Nee!

Maar we zagen ook wel dat hij aan vervanging toe was. Steeds vaker gaf hij niet thuis als we een week niet hadden gereden. We zouden rondkijken naar een vervanger.

Maar we overwogen ook het geld dat wij spaarden voor een opvolger te investeren in het oplappen van deze dierbare bolide, naar de eisen van het huidige millennium. Voor altijd wilden wij hem koesteren. Maar het verouderingsproces konden wij hiermee niet stoppen, verzekerden ons garagebedrijven. En dat proces was in volle gang, daarvan waren wij ons terdege bewust. Steeds vreemdere strapatsen haalde de wagen uit. Als de achterruitverwarming aanzetten, deed de radio het niet, en andersom. Portieren die wij openden, sloten spontaan. Hij leek ons buiten te willen sluiten, boos en bedroefd, alsof hij voelde dat wij afstand van hem gingen doen.

En dat tijdstip naderde, onomkeerbaar. Alsof ik Vader ten tweeden male ten grave droeg. Voor een leuk prijsje nam de BMW-dealer hem over.

In de showroom werden wij voorgesteld aan zijn opvolger, een glanzend pastelblauwe BMW 116 , voorzien van alle digitale gemakken die voor veel andere autogebruikers al tien jaar doodgewoon zijn, maar die ons hart deden opspringen. Wow, te gek, je doet alles op afstand, je hoeft niks aan te raken… Jeetje, een waarschuwingssysteem voor het inparkeren… Ah, kijk toch eens, ingebouwde navigatie…

In een grijze hal zagen wij onze geliefde ouwe kameraad voor het laatst. Zoveel hadden we met hem gedeeld en meegemaakt. Voor mij het enige apparaat waar ik bijna nooit op heb gescholden, zoals op de computer en de smartphone. In gedachten bedankte ik hem voor al die jaren. Het liefst had ik hem willen omhelzen, maar dat was maf, meende ik. In plaats daarvan raakte ik bij het uitstappen zacht het portier en prevelde ‘dag lieve auto’. Echtgenoot, die er nadien nog even in moest om een vergeten overdrachtspaperas op te halen, maakte van de gelegenheid gebruik om een kusje op het stuur te geven en hem nog eens nadrukkelijk te bedanken. Dus zo maf was het niet. De gemiste kans stemt mij nog steeds vol droefenis en bitter zelfverwijt.

Met dit stuk heb ik het, hoop ik, goed gemaakt.

Een afscheidsknuffel en eerbetoon voor een lieve, waardige oude heer.

Laat een reactie achter.

Inloggen is niet nodig. Klik in het tekstveld en kies een naam om als gast te reageren.
blog comments powered by Disqus