Westbroek
Journalistieke Producties

zwakke, brakke grocstemmen

RONFLONFLON IN ROTTERDAM

Ooit maakte ik radio. Onder de naam Radio Middelland maakte ik samen met een handjevol flierefluitende vrijwilligers via een Kaapverdiaans radiostation op zaterdagmiddag een uur wijkradio. Spannend, boeiend, maar bovenal arbeidsintensief.
Onderwerpen waren er legio. Zoals de acties van bewoners en politie om de wijk drugsvrij te maken, de sportactiviteiten voor kinderen op pleinen, de kunstmanifestaties in de buurt.

Wie deed wat? Dat was iedere week de klemmende vraag. Wie presenteert, wie maakt het draaiboek, wie regisseert, wie doet de techniek? Vooral dat laatste vormde een duchtig knelpunt. Toen de bekwame technicus van het eerste uur andere bezigheden kreeg, viel de techniek bij toerbeurt in de klunzige klauwen van twee goedwillende, maar simpele heerschappen met querulante trekken. Onder hun verwoestende knoppenspel gingen zorgvuldig gemonteerde reportages knetterend, ruisend en piepend ten onder. Telefoonverbindingen met geïnterviewden kwamen niet tot stand of braken voortijdig af, interviewgasten zaten voor Piet Snot in de studio, omdat zij door alle technische malheur niet aan de beurt kwamen, of onverstaanbaar de lucht in werden gestuurd. En het was nooit hun schuld, vonden zij zelf.

Behalve de techniek gaf ook de verdere taakverdeling problemen, met uitzondering van de presentatie. Om die glamourklus werd gevochten. Lastiger was het, vrijwilligers te vinden voor het maken van de items. Wie nodigt studiogasten uit, wie gaat er naar het buurthuis of naar de Deelgemeente? Angstig stil bleef het dan vaak, tijdens de wekelijkse redactievergaderingen. Omdat ik het, als professioneel journalist, mijn eer te na vond om medeverantwoordelijk te zijn voor een knullige plaatje-praatje-uitzending, nam ik dat dan maar op me. In één moeite pakte ik er dan ook maar de regie en het draaiboek bij. Dit maakte dat iedereen mij automatisch als hoofdredacteur ging beschouwen. Hoewel dit zeer tegen mijn zin was, bracht alle stress en hectiek met zich mee dat ik mij ging gedragen als een autoritaire helleveeg. Ik deed toch zeker alles? Dan mocht ik ook wel bepalen welke onderwerpen aan bod kwamen. Redactievergaderingen ontaardden regelmatig in hoogoplopende ruzie, waarbij vrijwilligers afhaakten. Daarvoor kwamen anderen in de plaats, maar structuur was ver te zoeken. Deze chaos klonk ook in de uitzendingen door. Radio Middelland was de echte Ronflonflon, Dik Voor Mekaar Show, Radio Bergeijk. Catfights tussen presentatrices over wie het woord mocht voeren. Studiogasten die ver over hun tijd heen kletsten, presentatoren die dat toelieten. Een presentatrice die hysterisch snikkend wegliep omdat haar studiogast na een halfuur werd afgekapt. Een discussie tussen een deelgemeentebestuurder en een buurtbewoonster over een omstreden verkeersplan, die door de regisseur werd gestopt omdat de strijdende partijen ‘saaie stemmen’ zouden hebben.

Toch produceerden wij niet uitsluitend bagger. Radio Middelland won zelfs een vrijwilligersprijs met een item over een buurtgroep die de sociale samenhang bevorderde met straatkunst en kinderactiviteiten. Maar het bleef een duiventil. Als hoofdredacteur tegen wil en dank was ik halve werkdagen kwijt aan de radio. Bovenop mijn gezin en mijn betaalde klussen. Ondanks mijn plezier in het monteren en het samenstellen van draaiboeken, kreeg ik burn-out-verschijnselen. Enorme stress veroorzaakten de afmeldingen op het laatste moment. Technici zetten uitzendingen op de tocht, interviewers, bleken toegezegde reportages niet gemaakt te hebben. ‘Ziek’… Ik schrok me rot als de telefoon ging. Meestal klonk dan een zwakke, brakke grogstem (vaak gespeeld), die meldde niet aan de verplichtingen te kunnen voldoen. En dan ging ik maar weer, bij nacht en ontij, apparatuur op mijn nek… Ik wilde me óók weleens ergens met een zwakke, brakke grogstem afmelden. Maar bij wie? Voorlopig bleef ik als een rots in de branding overeind, totdat ik omviel in een griepepidemie. En ook toen moest ik op pad voor een reportage met basisschoolkinderen over Kung-Fu-lessen op school. Met de minidisk en een zwakke, brakke grocstem.
En toch kijk ik met plezier terug op de radiotijd, die alweer meer dan twintig jaar achter me ligt. Een dynamische periode, waarin ik leerde samenwerken en delegeren.

Hoe het niet moet, maar vooral hoe het wel moet: geven, nemen, relativeren.

Laat een reactie achter.

Inloggen is niet nodig. Klik in het tekstveld en kies een naam om als gast te reageren.
blog comments powered by Disqus