Eksit
28 augustus 2011
Eindeloos worden voortgestuwd in een golvende peristaltiek, door een nauwe opening: de poort van het Walhalla. Daar ging Het Grote Gebeuren plaatsvinden. Een popconcert in Eksit bijwonen betekende dat je eerst je eigen geboorteproces opnieuw moest doormaken. De Raadplaat uit de Rotterdam-editie van het Algemeen Dagblad van 8 januari 2011 roept herinneringen wakker aan massaal bezochte optredens van wereldvermaarde punk annex New Wave-bands in het roemruchte Eksit aan de Eendrachtsstraat. Eksit was een begrip. Officieel was het een open jongerencentrum, ontstaan in het hippietijdperk, dat eind jaren 70 uitgroeide tot place-to-be voor een nieuwe generatie popmuzikanten- en liefhebbers, die magisch werden aangetrokken door fameuze acts zoals The Sex Pistols, The Stranglers, The Heartbreakers, The Damned en The Clash. De meute op de Raadplaat, die zich voor de deur heeft verzameld, staat ongetwijfeld te wachten op één van de bands op de Raadfoto. Ik houd het op The Sex Pistols, december 1977. Zelf woonde ik ook hun optreden bij. Ik stond echter niet tussen de wachtenden, omdat ik mij ruim voor de aanvang van het concert al in het gebouw bevond. Deze bevoorrechte positie dankte ik aan mijn vrijwilligerswerk voor de redactie van de Eksitkrant, die juist op die dag in het pand vergaderde. Nog voordat de deuren opengingen, hadden wij het veestempeltje op de hand al te pakken, dat in Eksit als entreebewijs gold.
Niet altijd was ik zo geprivilegieerd. Ik raakte vertrouwd met de peristaltiek waarmee je door de poort werd gedrongen en die ergens achter in de menigte ontstond. Een ongeduldige wachtende duwde tegen een voorganger, die deze duw als een domino-effect doorgaf. Niet altijd slaagde je erin door te dringen tot de poort naar Muzikale Extase. Soms strandde je in een morrende menigte, die het onverbiddelijke aan elkaar doorgaf: de deur ging dicht, de tent was vol. Eigenlijk was Eksit te klein voor dit soort evenementen. Dat bleek ook tijdens de concerten. Het overweldigende volume van al die schitterende bands deed het zaaltje trillen op zijn grondvesten. Die trilling voegde een sensationele dimensie toe aan de muziek, die ik thuis op mijn stereo-installatie niet tot stand kon brengen.
Behalve een poptempel was Eksit een uitgaanscentrum voor punkers, alternatievelingen, artistiekelingen, randfiguren, kortom, voor iedereen die ‘disco’ een vies woord vond. Disco was in opkomst, maar het werd nauwelijks gedraaid in de nachtelijke weekenduren, waarin zuipende en blowende bezoekers losgingen op muziek van The Sex Pistols, The Stranglers, Dr. Feelgood en Herman Brood and His Wild Romance. Om muziek van Brood werd regelmatig luidkeels gemekkerd, naarmate de avond vorderde: ‘Herman! Herman!’ Ook werd de sfeer in de loop van de avond agressiever. Hells Angelachige motorduiveltypes trapten Duralexglazen aan gruzelementen.
Dit weerhield mij er niet van de volgende zaterdagavond weer te komen. Gehuld in schaarse kledij in oogbezerende kleuren en een wolk van fruitparfum begaf ik mij op de versiertoer. Aan deze ondernemingen hield ik blijvende vriendschappen over. Met mijn huidige levenspartner bezocht ik menig concert. Wij troffen elkaar niet in Eksit, maar kwamen erachter dat we het er allebei leuk vonden en besloten op een gegeven moment er samen heen te gaan.
Als loslopende meid op de versiertoer stuitte je in Eksit onvermijdelijk op Gerard, een zelfbenoemd ‘sociaal maatschappelijk werker’ met een Haags penozeaccent. Gerard zag dat je therapie nodig had, die bestond uit kledderige zoenen en gegraai onder je kleren. Behalve als ‘sociaal maatschappelijk werker’ wierp Gerard zich op als dichter. Stapels diepzinnig bedoelde gedichten liet hij je doorworstelen. …‘Na een hele poos; ben je zelf ook doelloos’…. Dat soort werk.
Als vrijwilliger behoorde Gerard tot het meubilair van Eksit. Hij maakte zich verdienstelijk door de Duralexglazen te redden van de motorduivellaarzen, door ze op te halen in torenhoge stapels, onder de aanhoudend waarschuwende kreet ‘Pardon, personeel!’
Als verzamelplaats van schilderachtige figuren, spraakmakende muziekacts en ontmoetingsplek van gelijkgestemde popliefhebbers leeft Eksit voort in mijn herinneringen. Eigenlijk zou het een monument moeten zijn, maar zelfs het gebouw is er niet meer.