Westbroek
Journalistieke Producties

es soll mir gelingen, donnerwetter!

ES SOLL MIR GELINGEN, DONNERWETTER!

‘Sprechen Sie Deutsch?’

Met deze vraag wendt de vakantiehuisjesbazin zich onverwacht tot mij.

Ik ben weggesuft bij de uitvoerige technische verhandeling over de werking van de cv, waarbij Echtgenoot geïnteresseerd knikt en nu en dan een slimme vraag stelt.

Maar verdorie, waarom krijg ik deze vraag? Heeft

Wat is dat nou voor vraag?

Heeft de huisjesbazin mijn fraaie Duitse volzin gemist? ‘Wann kommt hier der Müllwagen?’ Nog geen 5 minuten geleden, opgezocht via Google Translate.

Had ik de vraag te zacht gemompeld, onzeker, met Echtgenoot, die, achter vakantiehuisjesmevrouw aanlopend, bloemrijke volzinnen aaneenrijgt? Het weer, de drukte onderweg, de mooie omgeving, de politieke situatie in Nederland en Duitsland.

Beducht voor zijn korte, vertederde lachje waarmee hij achteraf mijn taalbloopers inleidt. Onbedoeld heb ik dan weer eens iets hilarisch gezegd.

Gelukkig niet ‘Ich habe mein Enkel verstoikt’, maar toch minstens over stofzuigen van behang (‘Tapete staubsaugen’), bijtende appeltaart (‘Apfelkuchen mit Zahne’), of iemand terugblaffen (‘zurückbellen’). Zorgvuldig van tevoren geprepareerde zinnen rollen nog wel overtuigend over mijn lippen, maar het lastige is dat mensen ook terugpraten…

Sta ik me in mijn beste Duits af te sloven tegen Duitsers die vervolgens enthousiast roepen: ‘Euer Mann spricht gut Deutsch!’

Toen ik Echtgenoot vergezelde bij een onderwijsconferentie in Duisburg, en ik in de wandelgangen voor de zoveelste keer wegdook achter een pilaar, omdat iemand het woord tot mij dreigde te richten, was voor mij de maat vol. Sindsdien verslind ik Duitse literatuur, Duitse soaps en kan ik Haus am See van Peter Fox grotendeels meezingen.

Uiteindelijk slaag ik erin een conversatie van minimaal vijf minuten gaande te houden zonder de aansporing op Engels over te stappen.

Zo moet het maar. Onderdompelen bij de nonnen, zoals Louis van Gaal, zie ik niet zitten. Wat heeft het hem opgeleverd? Juist zijn krukkige Duits maakte hem onsterfelijk, zoals ‘Feierbiest’, Löffeltje Löffeltje en der Tod oder die Gladiolen. Maar wil ik met hem worden vergeleken als ik vraag naar de tuinhark, of de dichtstbijzijnde flappentapper?

Maar terug achter de pilaar wil ik ook niet meer.

Ook ik wil complimenten over mijn Duits.

Es soll mir gelingen, potztauzend, donnerwetter, verdammt nog einmal, papperlapapp!

Laat een reactie achter.

Inloggen is niet nodig. Klik in het tekstveld en kies een naam om als gast te reageren.
blog comments powered by Disqus