Westbroek
Journalistieke Producties

Klabakkenparanoia

Net als ik wil wegrijden, zie ik hem aankomen. Zo’n wit wagentje met blauwe en oogbezerend oranje strepen. De Hermandad. Niet echt mijn beste kameraad. Net zo lang morrel ik aan de autoradio, pulk ik kauwgum uit een pakje, check ik of mijn BlackBerry wel uitstaat, tot de ‘kameraad ’is vervaagd tot een blauworanje stip aan de horizon. Als ik opgelucht gas geef, gaan mijn gedachten naar een najaarsochtend, begin jaren 90. Kort geleden had ik mijn rijbewijs in de wacht gesleept, na een jarenlange bittere strijd. Een rijtalent ben ik niet, maar wat ik tekortkom aan gewiekstheid en lef, compenseer ik met ultiem veilig, kind-gehandicapte-bejaarde- fiets- en dier-vriendelijk rijgedrag. Zo ook op deze morgen. Met minutieuze precisie manoeuvreer ik onze vierkante Lada, beladen met kilo’s overrijp marktfruit door de verkeerschaos rond het Grote Visserijplein. Altruïstisch gun ik een zwoegende, bepakte en bezakte fietser ruim baan. Met een joyeus gebaar laat ik een moeder met buggy oversteken. Met engelengeduld rijd ik achter een invalidenvoertuig, dat ik vanwege tegenliggers niet kan passeren. Voor de politiewagen die in mijn achteruitkijkspiegel opdoemt, ben ik niet bang. Ik rijd immers volgens het boekje? Maar het is de klabakken wel degelijk om mij te doen. Ze willen mijn rijbewijs en autopapieren zien. ‘U rijdt zo raar’, verklaart één van hen, met net zo’n luide raspstem als de toenmalige Sparta-keeper Edward Metgod, ‘u bent voortdurend aan het stoppen en aan het optrekken.’

Bevend diep ik het zo moeizaam verworven document op. Dat wordt lopen, met al die tassen vol appels en peren. Lopen, voor nu en altijd. ‘Ik wil me alleen aan de verkeersregels houden’, piep ik. ‘Maar rijd dan wel een beetje met het verkeer mee!’ adviseert Metgod, terwijl hij mijn rijbewijs overhandigt. Thuisgekomen zoek ik snikkend troost in de zachte vacht van cavia Saartje.

Sinds die dag heeft de angst om van de weg te worden geplukt mij nooit meer verlaten.

Vijftien jaar lang gaat het goed. Geen confrontaties met klabakken. Soms duiken zij tot mijn vlammende schrik naast mij op, maar altijd vinden zij boeven zowaar interessanter. Maar mijn vrees dooft niet. Ik lees kafkaëske verhalen over rijonderzoeken. Mechaniek hapert, auto wordt onbestuurbaar, agent schiet te hulp, dagvaarding voor rijonderzoek volgt. Het overkwam een vrouw uit Zoetermeer.

En dan is daar die wintermiddag in 2005. Zonder sirene, zonder zwaailicht boldert een politiewagen over het trottoir, ter hoogte van de Koninginnebrug. Mijn ergernis wint het van mijn klabakkenparanoia, als ik, een fractie eerder dan de politiewagen, het stoplicht nader. Zonder andere weggebruikers te hinderen, plant ik mijn Golf voor de stopstreep. De politiewagen bonkt van het trottoir en voegt zich achter mij. Even later: rode lichtletters in mijn achteruitkijkspiegel. Weer moet ik mijn rijbewijs tonen. Hoezo? ‘Mijn politie-instinct zegt mij dat u dat misschien niet heeft’, verklaart een boerse agent. Wederom wint ergernis het van angst als de boer ter plekke een aantoonbaar onwaar verhaal verzint over een bus waar ik te lang achter zou hebben gereden. ‘Ik houd me altijd strikt aan de verkeersregels’, houd ik hem op scherpe toon voor. ‘Dat is mooi’, vindt hij,terwijl hij mijn rijbewijs aanreikt, ‘verder nog een prettige dag!’

Dat laatste gaat niet meer lukken.

En sindsdien verlaat mij nimmer meer de obsessie dat de politie mij ooit van de weg zal halen. Waarom? Gewoon, omdat ik het ben. Dronkaards, bumperklevers, scheurders, rechtspasserders, allemaal komen ze weg met geldboetes. Hun rijbewijs mogen ze houden. Maar mij zullen ze ooit te grazen nemen met mijn zorgvuldige, voorkomende, goedzakkige rijstijl. Dat soort types willen ze niet op de weg. En ze ruiken het, wanneer zij mij in hun verloren uurtjes in het vizier krijgen. Een goedsul! Die zal ervan lusten!

Het Heemraadsplein oogt grimmig op die fraaie aprilmiddag in 2011. Een vloot wit-oranje-blauwe auto’s staat paraat. In witte hokjes houden politieagenten de wacht. Zij dragen lichtgevende hesjes, ondanks de stralende voorjaarszon. Het Heemraadspark is afgezet met roodwitte linten en pylonen. Waar gaat dit over? Drugs? Wapens? Een lichtgevende motoragent maant mij tot stoppen.

Laat een reactie achter.

Inloggen is niet nodig. Klik in het tekstveld en kies een naam om als gast te reageren.
blog comments powered by Disqus