meer tussen hemel & aarde
30 maart 2012
Ha,
de Libelle! Opgetogen vis ik hem uit de brievenbus, koortsachtig op zoek
naar het meeslepende bevallingsverhaal dat vorige week was beloofd.
Dikke buiken, weeën, persdrang, verloskamers, flauwvallende vaders,
kindjes die het na een spannende strijd net gingen redden…ik verslind
alles, tot in de bloederigste details. 14 ben ik, een hormonaal
kruitvat. Een lijf dat ik niet meer, of nog niet, ken. Maar één ding
weet ik wel: ik ben stikjaloers op al die zwangere en bevallende
seksegenoten uit de boeken en bladen die mij rooie konen bezorgen. Ook
ik wil het meemaken, het heroïsche avontuur van zwangerschap, bevalling
en tot slot de roze wolk van het moederschap. Aan wat daaraan
voorafging, denk ik niet. Romantiek, wat is dat? Ik verkeer in
voortdurende staat van verliefdheid op voetballers, nieuwslezers,
karakters uit tv-series, stripfiguren van zowel mannelijk als
vrouwelijke kunne, maar nimmer begeer ik bereikbare types. Stomme,
kinderachtige puistenkoppen vind ik jongens van mijn eigen leeftijd. En
ietsje oudere exemplaren? Bah! Langharige, groezelige nozems! Of ben ik
gewoon bang?
Ik ga bevallen. Ik weet het. Of het thuis of in een ziekenhuis gaat
plaatsgrijpen, of er wel of niet een vader in het spel is (puistenkop?
nieuwslezer? nozem?), waar de wieg van mijn baby staat? Geen flauw
idee. Maar dat ik straks de hoofdrol zou spelen in het Ultieme
Vrouwenepos staat voor mij vast. Met mijn omvangrijke buik begeef ik mij
naar de plaats van actie. Daartoe moet ik de tram nemen. Tram 22, halte
Bergweg.
De bel, die ik in de verte hoor, is niet van tram 22. Het is de wekker, die mij aan mijn schoolplichten herinnert.
Vijftien jaar later, zomer 1980. De uitgerekende datum nadert, maar
ik kan vanavond heus nog wel naar de vriendinnenclub van moeders en
aanstaande moeders, in Rotterdam Noord. Ik voel nog niks. Hoewel? Dat
vage gerommel in mijn buik, komt dat door de koffie? En dat rode vlekje,
even later, aan het toiletpapier? De verhalen van de anderen ontgaan
mij, al vind ik het wel zielig voor de vriendin van Mieke, die een
miskraam kreeg, een dag nadat haar zwangerschap was gevierd.
Het gepraat, de rinkelende kopjes en glazen verdwijnen naar een
onwerkelijke achtergrond. Allesomvattend is de onrust in mij, een
mengeling van angst en een gespannen verheugen. Abrupt sta ik op. ‘Ik ga
maar weer eens’, mompel ik gejaagd. Bezorgde, verbaasde blikken
begeleiden mij tot aan de voordeur. De straat uit. Naar de tram. Halte
Bergweg. Tram 22 heet nu tram 9. Dan valt alles op zijn plaats.
Ruim een etmaal later beval ik van mijn prachtige dochter.