Westbroek
Journalistieke Producties

Oogziekenhuis

HET OOGZIEKENHUIS

Toen het langdurig dragen van een afgeplakt piratenbrilleglas mijn scheelheid niet verhielp, hoorde ik de oogarts tegen mijn moeder zeggen dat ik naar het Oogziekenhuis moest. Yes! Super! Ik was 6 en had op medisch gebied nooit iets interessants meegemaakt, zoals veel andere kinderen. Ik had geen spannende verhalen over uitgehaalde amandelen. De mijne waren volgens de huisarts zo klein, dat ze er vast en zeker nooit uit hoefden.

Ik verheugde me waanzinnig op mijn sensationele ziekenhuisavontuur, waarvoor een koffertje werd gepakt met pop Hanneke, knuffelbeer Voosje en een zeegroene kam, die ik prachtig vond. Ik zag mijn opname tegemoet als een feestelijke vakantietrip. Mijn verhalen zouden die van alle amandelkinderen doen verbleken. Even dat oog rechtzetten en dan lekker keten met mijn medepatiënten en mijn haar kammen met de zeegroene sprookjeskam!

De eerste dag leken mijn verwachtingen uit te komen. Ik kwam terecht op een zaal met acht kinderen, die joelend over de bedden dansten en met kussens smeten. Ik hield mij afzijdig, vond dat we elkaar eerst beter moesten kennen. Nog een ander meisje deed niet mee, Jeantje, pas net geopereerd. Ze gaf over van de narcose en belde om de vijf minuten om water, dat ze niet kreeg. Een meisje ging het aan een zuster vragen en kwam terug met de melding dat die had gezegd dat Jeantje het niet moest wagen om nog een keer om water te vragen, want dan zou ze in de badkamer worden gegooid.

Had die zuster dat echt zo gezegd? Ik kon het me op dat moment niet voorstellen, maar in de dagen die volgden, ervoer ik een grimmige sfeer, waarin zo’n reactie zou kunnen passen.

Nadat ik met inmiddels rechte ogen was hersteld van de narcose, waarvan ik, net als Jeantje, doodziek was, kreeg ik een rode, vlekkerige overall over mijn pyjama, en werd ik naar de speelzaal gedirigeerd. Aan het hoofd stond juffrouw Nel, een militante heks, die iedereen afsnauwde en kinderen commandeerde om tegen hun zin deel te nemen aan speelactiviteiten. Maar het absolute dieptepunt vormde de broodmaaltijd, waarbij warme melk met een taai vel werd geserveerd. De andere kinderen slaagden erin het door hun keel te wurmen, sommigen vonden het misschien echt lekker, maar ik kreeg het met geen mogelijkheid voor elkaar. De anderen mochten verder spelen, ik moest aan mijn tafeltje blijven zitten, met juffrouw Nel als een Cerberus naast me. Vluchten was onmogelijk. De hele verdere middag zat ik daar. De warme melk werd koud, waardoor het spul nog smeriger werd en het vel nog taaier. Het werd later en later. De andere kinderen mochten naar zaal, ik moest blijven zitten tot het ranzige bocht op was. Of dat lukte, weet ik niet meer. Het kan zijn dat juffrouw Nel op een gegeven moment naar huis wilde omdat haar dienst erop zat en het er daarom maar bij liet, nadat ik er met hangen en wurgen toch nog wat druppeltjes naar binnen wist te werken.

’s Nachts huilde ik om mijn moedertje, Vozebeer en Hanneke in mijn armen geklemd.

Mijn detentie eindigde toen mijn ouders mij weghaalden. De hechtingen moesten er nog uit, maar dat kon de oogarts in zijn eigen praktijk doen.

De dag dat ik vertrok, deed ik wat ik de hele tijd al had willen doen. Ik gaf een harde zet tegen mijn beker. De vellenmelk gutste over de tafel en over de vloer. Juffrouw Nel kon me toch niks meer maken.

Ik kwam thuis in een huis met slingers, cadeautjes en taart. Ik leek wel jarig! Van de hel in de hemel…

Mijn ouders hadden (complot?)-theorieën over mijn behandeling in het Oogziekenhuis. Mijn moeder belandde er enkele maanden na mijn geboorte met een oogtrombose, waarvoor professor Flieringa (toenmalig directeur) haar uitgebreid onderzocht. Hij gold als briljant geneesheer, maar ook als enorme hork. Een zaalgenoot van mijn moeder mocht na haar operatie niet bewegen, anders zou haar geopereerde oog onherstelbaar beschadigd raken. Ze mocht daarom niet eten, omdat dan door braken in beweging kon komen. Een dienstdoende verpleegster wist van niks (communicatiestoornis…) en dwong haar om haar bord leeg te eten. Met alle gevolgen van dien. Flieringa nam de schade in ogenschouw en schudde het narrige hoofd: ‘Niks meer aan te doen, helemaal kapot gebloed.’

Omdat Flieringa mijn moeder ‘een interessant geval’ vond, liet hij studenten meekijken als hij zijn ronde deed. Mijn moeder werd niets gevraagd, als hij weer met een groep leergieringen bij haar bed stond en van wal stak: ‘Kijkt u eens, zeer uitzonderlijk. Pas 25 en dan al een trombose.’ Op een dag was zij het zat: ‘Gaat u weg, er wordt niet meer gekeken’, sprak zij ferm. De kudde droop af, maar die avond gaf Flieringa haar op haar donder. Besefte ze wel hoe verontrustend haar toestand wel niet was? Zij ontnam zichzelf de kans op genezing als zij zich zo opstelde. Mijn moeder sliep die nacht niet, verdrietig en bang als zij was. Haar kindje was nog zo klein… Moest zij haar nu al verlaten?

De trombose verdween uiteindelijk vanzelf, en keerde niet meer terug. Een duidelijke oorzaak werd niet gevonden. Thuisgekomen diende mijn moeder bij het ziekenhuis een klacht in (bij het bestuur?) over de manier waarop Flieringa haar had behandeld. De beoordelende arts gaf haar gelijk.

Volgens mijn ouders heeft dit meegespeeld bij mijn opname. Ze hadden gevraagd om een eersteklas behandeling voor mij, op een kamer met hooguit nog één ander kind, en kregen te horen dat er voor kinderen geen klassen bestonden. Toen zij er later achter kwamen dat dit niet waar was, concludeerden zij dat dit de wraak van Flieringa moest zijn.

Ze hadden nog een andere theorie. De arts die mijn moeder in het gelijk stelde, zwaaide de scepter over de afdeling waar ik terechtkwam. Flieringa zou vanwege die kwestie boos zijn op die arts en hem en mijn ouders daarom willen dwarsbomen.

Mij lijkt dit alles vergezocht, maar als het klopt, heeft Flieringa bijgedragen aan een inktzwarte episode uit mijn leven. Maar ik houd hiervoor toch in de eerste plaats juffrouw Nel verantwoordelijk.

Laat een reactie achter.

Inloggen is niet nodig. Klik in het tekstveld en kies een naam om als gast te reageren.
blog comments powered by Disqus