Party Queen Mum
30 maart 2012
Je
bent op een feestje. Je maakt in de ene hoek een praatje, lacht in de
andere hoek om een melige grap, je heft het glas, je stort je op de
hapjes, of zelfs op de dansvloer, voor zover aanwezig. Al met al heb je
best pret. Maar dan nadert de gastvrouw. Aan haar arm bibbert een
zilverharig wijfje van rond de 100, de zwarte handtas angstvallig onder
de arm geklemd, de blik op ‘wat doe ik hier in godsnaam, wanneer mag ik
weer weg?’ ‘Ik wil je even voorstellen aan mijn moeder’, klinkt het
kordaat. Daar staan jullie dan, jij en die arme, door Dochterlief
meegetroonde dame. Schaapachtig grijnzen jullie elkaar aan. Want wat
hebben jullie elkaar te melden? Een moeizaam moment -‘awkward’ heet
zoiets in Angelsaksische landen- dat zo langzamerhand een vast onderdeel
van de feestvreugde dreigt te worden. Ik betreur dat, want je doet er
niemand een lol mee. Niet die arme moeders, die verloren van de ene hoek
naar de andere dwalen, vergeefs op zoek naar leeftijdgenoten, of nog
erger: de avond verkniezen in De Gemakkelijke Stoel, als misplaatste
Party Queen Mum. Meestal gaat het om het oude moeders, ik ben nog nooit
voorgesteld aan een oude vader. Zijn oude vaders zo verstandig om te
bedanken voor dit soort feestvreugde, of zijn zij al jaren dood?
Voor de duidelijkheid: ik wil geen bejaarde familieleden uitsluiten van
festiviteiten. Tenslotte ben ik ook niet meer de jongste. Maar ik zou
nooit de Queen Mum willen zijn op feestjes die mijn kinderen
organiseren. Die kijken trouwens wel linker uit! Iedereen kan natuurlijk
zijn ouders uitnodigen, maar laat die mensen verder met rust op zo’n
avond. Of nodig nog wat oude ooms en tantes uit, zodat ze wat aanspraak
hebben bij generatiegenoten. Dat is voor iedereen beter, heus! Of zeg ik
dit alles alleen maar omdat ik geen ouders meer heb, die ik autoritair
en bezitterig door mijn feestzaaltje kan zeulen?